StartUp Ondernemen heeft nu ook een variant voor creatieve ondernemers. In deze variant zijn vooral elementen van verbreden te zien.

Fast Forward bracht voor een onderzoek een aantal innovatieve opleidingen van het ROCvA-F in beeld. In deze online publicatie staan voorbeelden van initiatieven die het reguliere onderwijs bevragen en bestaande bouwstenen anders vormgeven om het onderwijs beter aan te laten sluiten op de behoeften van de studenten en het werkveld.

Intervisie en leiderschap

Fast Forward heeft meerdere intervisiegesprekken gevoerd met collega’s die werken aan onderwijsinnovatie. Ook spraken we met een aantal collega’s die een leidinggevende functie hebben en die vanuit hun rol sturing geven aan dit soort processen.

De insteek was om te focussen op de fases verduurzamen en opschalen omdat we zien dat dit de fases zijn waarop de veranderenergie vaak verdwijnt en veel initiatieven stranden. Tijdens deze gesprekken werd al snel duidelijk dat juist de eerdere fases bepalend kunnen zijn voor het succes in de latere fases. Een helder veranderdoel van een experiment kan duidelijkheid verschaffen voor het proces van verduurzamen en opschalen.

Experimenteren kan binnen de randen en kaders van het bestaande, als eerste orde verbetering van wat er al gebeurt. Maar het kan ook gaan over de randen en kaders van het bestaande, als poging om tweede of zelfs derde orde transitie op gang te brengen.[6]

De strategie die bij de start van een onderwijsinnovatie wordt toegepast, kan invloed hebben op de verduurzamings- en opschalingsstrategie. Wie en wat er nodig is kan ook per fase en doel anders zijn. Een experiment dat gericht is op het verzamelen van bewijs of oplossen van een vraagstuk binnen een specifieke context heeft andere implicaties dan een experiment dat gericht is op het genereren van een beweging.

In de intervisiegesprekken zijn verschillende leervragen aan bod gekomen. Deze vragen gingen over onderwijskundig leiderschap, de rol van projectleiders in onderwijsinnovatie en de invulling van rollen en verantwoordelijkheden bij samenwerking met stakeholders. We spraken over de verschillende soorten ruimten die nodig zijn voor verduurzaming en opschalen, zoals financiële, geografische, juridische, organisatorische en mentale ruimte.

De behoefte aan duidelijkheid kwam in alle gesprekken terug. Duidelijkheid over doelstellingen voor innovatie en over de doelstellingen voor opschalen. Een visie op innoveren en richtlijnen voor verduurzaming en opschalen zouden helpend zijn.

De complexiteit van onderwijsinnovatie

Het lectoraat “Organiseren van Verandering in Onderwijs” van de Hogeschool Utrecht benadrukt in het artikel “Complexiteit van onderwijsinnovaties” dat onderwijsinnovatie moet aansluiten bij de visie en strategie van de organisatie. Daarnaast moet het geïntegreerd worden in de dagelijkse praktijk om de duurzaamheid van onderwijsinnovatie te waarborgen. Veel innovaties stranden omdat docenten terugvallen in oude routines, veranderingen niet goed ingebed zijn in de organisatievisie, of omdat veranderprocessen niet evidence-informed zijn en onvoldoende gemonitord en geëvalueerd worden. Daarnaast kunnen financiering en ondersteuning wegvallen. Over het algemeen ontbreekt een goed doordacht en onderbouwd verandertraject dat rekening houdt met de complexiteit van de situatie. [7]

Onderwijsinnovatie in tijden van bezuinigingen

Juist in tijden waarin onderwijs onder druk staat en er minder middelen beschikbaar zijn om studenten op te leiden, het onderwijs te innoveren en goed aan te laten sluiten op de arbeidsmarkt, is het cruciaal om het proces van innovatie te professionaliseren. Innoveren op structuurniveau kan bijdragen aan het vinden van structurele oplossingen. Ook de landelijke ontwikkelingen benadrukken de noodzaak van professionalisering. Innovatie & onderzoek is opgenomen in de werkagenda en vraagt van het mbo hierin als gelijkwaardig partner op te treden. Dit betekent dat innovatie en onderzoek ook in de instellingen goed gepositioneerd moeten zijn. Op deze manier kan het mbo als sector toewerken naar de ambitie om het onderzoekend vermogen te vergroten en in spelen op de groeiende vraag naar mbo geschoold personeel.

Innovatie binnen het ROCvA-F kan op een ander niveau getild worden door:

  • Een gedragen visie op innovatie.

  • De focus te verleggen van activiteit naar de verandering en impact.

  • Governance samen met studenten en werkveld vorm te geven en altijd samen oplossingen te bedenken.

  • Van kortdurende projectfinanciering te gaan naar structurele ontschotte financiering voor verbreding, opschalen en verdieping.

  • Verantwoording te richten op effect en impact.

  • Instelling breed opbrengsten en lessen te delen.

Bronnen

  • https://www.uu.nl/sites/default/files/experimenteel_bestuur-urban_futures_studio-nl-web.pdf

  • https://www.onderwijskennis.nl/kennisbank/complexiteit-van-onderwijsinnovaties

  • Movisie. (2017). Wat werkt bij sociale innovatie. https://www.movisie.nl/sites/movisie.nl/files/publication-attachment/Dossier-Wat-werkt-bij-Sociale-innovatie%20%5BMOV-11871662-1.0%5D.pdf

  • https://media.nesta.org.uk/documents/making_it_big-web.pdf

  • https://repub.eur.nl/pub/20714/Proefschrift_Suzanne%20van%20den%20Bosch.pdf

  • https://www.nsob.nl/denktank/overzicht-van-publicaties/experimenteren-en-opschalen

  • Https://www.onderwijskennis.nl/kennisbank/complexiteit-van-onderwijsinnovaties

Thema:
Toekomstgericht onderwijs

“Het opschalen van sociale innovaties draait expliciet om het vergroten van het aantal mensen dat baat heeft bij de innovatie.”
- Madeleine Gabriel, Making It Big: Strategies for Scaling Social Innovations.[4]

Susanne van den Bosch[5] zoomt verder in op het proces van opschalen van transitie-experimenten en spreekt naast opschalen ook over verbreden en verdiepen als processen die in die laatste fase kunnen plaatsvinden.
Verbreden houdt in dat de beweging wordt uitgebreid naar meer plaatsen, domeinen en sectoren. Dit kan bijvoorbeeld door het betrekken van nieuwe stakeholders of het creëren van nieuwe samenwerkingsverbanden.
• Verdiepen betekent dat de inhoud van de beweging wordt verrijkt op grond van ervaring, al-lerende-doen en al-doende-leren. Dit kan bijvoorbeeld door het ontwikkelen van nieuwe kennis en vaardigheden of het uitwisselen van best practices.
Opschalen houdt in dat er veranderingen worden aangebracht in de structuur en in dominante ‘praktijken’. Dit kan bijvoorbeeld door het creëren van nieuwe regelgeving of het aanpassen van bestaande structuren en systemen.

Sommige voorbeelden binnen het ROCvA-F schalen niet alleen op maar worden ook juist versterkt door het proces van opschalen zoals in het voorbeeld van de Beroepshavo. Ook zijn er voorbeelden waarbij het proces minder soepel verloopt. Waarbij er geen gebruik wordt gemaakt van de ervaringen die er zijn en enthousiaste docenten soms zelfs gefrustreerd raken. Dit benadrukt het belang om in dit proces samen te werken en van elkaar te leren.

Izone bevindt zich momenteel in de laatste fase van het innovatieproces. Volgens de theorie van Susanne Bosch zijn in zowel de Beroepshavo als Izone onderdelen van verbreden en opschalen te herkennen.

Het innovatieproces

In het proces van (sociale) innovatie zijn vijf fases te onderscheiden:[3]
Prompts: De noodzaak tot sociale innovatie wordt zichtbaar doordat een bepaald vraagstuk zich manifesteert of toeneemt.
Proposals: Men ontwikkelt ideeën om het vraagstuk aan te pakken.
Prototyping: Ideeën worden getest in de praktijk.
Sustaining: Het idee verwordt tot een dagelijkse praktijk.
Scaling: De sociale innovatie groeit en verspreidt zich.
Een groot deel van de innovaties binnen onze onderwijsorganisatie bevindt zich in de eerste drie fases. Het verduurzamen opschalen van innovaties is complex, maar essentieel om de impact van een experiment te vergroten.

De Beroepshavo is een voorbeeld van een innovatie die zich in de laatste fase bevindt. Op meerdere plekken wordt nu de opleiding aangeboden.  

Het verduurzamen en opschalen van onderwijsinnovatie binnen het ROCvA-F


“De denkwijze rond experimenteren is vaak als volgt: als een experiment lukt, dan heb je iets moois en innovatiefs te pakken. Die innovatie kan vervolgens worden opgeschaald en uitgerold, bijvoorbeeld door deze op zoveel mogelijk plekken te kopiëren of door beleid en wetgeving erop aan te passen, zodat iedereen ervan kan profiteren. In de praktijk is het zelden zo simpel.”

- Suzanne Potjer, overheidsvernieuwer. [1]

Onderwijsinnovatie?

De snelle veranderingen in de wereld, maatschappij en beroepspraktijk maken onderwijsinnovatie onmisbaar. Verschuivingen op gebieden als digitalisering, technologie, flexibilisering en socialisatie vragen om aanpassingen van het onderwijs. Binnen het ROC van Amsterdam en Flevoland zijn er dan ook tal van initiatieven die hierop inspelen. Toch lijkt het alsof de vragen die op ons afkomen ons steeds lijken te overvallen en er een visie en werkwijze mist om hier goed mee om te gaan. In deze themabrief gaan we in op de noodzaak van een heldere visie en een consistente aanpak om beter voorbereid te zijn op veranderingen. We belichten concrete stappen en strategische keuzes die bijdragen aan een toekomstgericht onderwijs en bespreken initiatieven binnen het ROCvA-F.

Onderwijsinnovatie gaat verder dan alleen verbetering

Termen als innovatie, verbetering, vernieuwing, verandering en ontwikkeling worden vaak door elkaar gebruikt maar betekenen niet hetzelfde. Er is een onderscheid tussen onderwijsverbetering (enkele lus) waarbij een praktische oplossing ingevoerd wordt om bestaande doelen te bereiken terwijl onderwijsinnovatie de bestaande praktijken ter discussie stelt en vanuit reflectie en onderzoek nieuwe doelstellingen formuleert (dubbele lus). [2]


In de enkele lus wordt het bestaande verbetert door te kijken wat en hoe er geleerd wordt. In de dubbele lus wordt er ook gekeken naar waarom iets geleerd wordt. Het fundament van het onderwijs wordt bevraagd en wanneer nodig aangepast. Chris Agris omschrijft dit concept in zijn boek Teaching Smart People How To Learn

Via deze nieuwsbrief verkennen we verschillende onderwerpen op het gebied van onderwijs- en organisatievernieuwing.
Lees hier over praktijkvoorbeelden van toekomstbestendig beroepsonderwijs die laten zien hoe ze aansluiten bij de behoeften van studenten en het werkveld.

Ervaring van studenten

Tijdens de bijeenkomst over Challenge Based Learning vertelden de studenten Isra Mezoury en Nathan How van de opleiding Bouwkunde van MBO College Lelystad vol enthousiasme over de vrijheid en verantwoordelijkheid die ze ervaren bij het leren en werken in challenges.

“De opleiding is eigenlijk van ons. Wij denken mee over de inhoud van de vraagstukken, waarbij we als studenten heel serieus worden genomen. Alle jaren werken met elkaar samen waardoor we veel van elkaar leren. We hebben alle vrijheid, maar we weten ook wat de kaders zijn.”

Opbrengsten

CBL doet een beroep op het ontwikkelen van eigenschappen en vaardigheden die in andere onderwijsvormen minder aangesproken worden. Dit geldt voor zowel studenten als docenten. Een bijkomende meerwaarde van CBL is dat de relatie met de omgeving en samenwerking met het werkveld wordt versterkt. Studenten leren kijken vanuit meerdere perspectieven naar maatschappelijke vraagstukken en ervaren de complexiteit van de praktijk.  


“Heel bijzonder om een week lang mee te kijken in de hoofde van studenten. Zij kijken op een andere manier naar vraagstukken dan ikzelf, wat nieuwe inzichten oplevert en oude bevestigt. En als bijvangst heb ik ook nog geleerd hoe ik een fatsoenlijke 8-8-9 knop leg.” – Odile Ridderinkhof

Speciale dank aan:

Nina Bohm voor het delen van al haar inzichten in het ervaren van Challenge Based Learing. Momenteel rondt ze haar onderzoek over Challenge Based Learning af, waarin ze specifiek kijkt naar het begrip onzekerheid en hoe studenten daarmee leren omgaan.
Gwen Ouwehand Docent Beroepshavo
Remi Boshuizen Docent Urbarn Sports Trainer
Isra Mezoury & Nathan How Studenten opleiding Bouwkunde MBO College Lelystad 

Bronnen

  • Utrecht University. (n.d.). Challenge Based Learning. Teaching and Learning Collection. Retrieved from the original document.

  • Van den Berg, N. (2023). Dragen challenges en design thinking bij aan de ontwikkeling van mbo-studenten? (KR. 1781). kennisrotonde.nl/sites/kennisrotonde/files/media-files/pdf_voor_website-kennisrotonde-antwoord_vraag-1781.pdf

  • Challenge-based learning - Wikipedia

  • Rens, M (ECBO) & Lans, T. (HAN, Academie Business & Communicatie)(2022). Leren en Ontwikkelen op de grens van onderwijs en werkveld.

Onderzoek naar Challenge Based Learning

Al enige jaren is er een terugkerende discussie over onderzoekend leren in vergelijking met directe instructie. Onderzoek naar de effecten en leeropbrengsten zijn nog beperkt en vaak van onvoldoende kwaliteit om harde uitspraken te doen. Het onderzoek dat er is richt zich vaak op wo en hbo. Meghan Rens, onderzoeker bij Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ECBO) zegt hierover in de podcast aflevering ‘Challenge Based Learning’: “Onderzoek rondom Challenge Based Learning heeft nog stappen te maken. Het onderzoek dat er is, is vaak beschrijvend van aard. Leereffecten worden nog niet aangetoond door onderzoek. Er worden wel steeds meer stukken gepubliceerd van betere kwaliteit”. 
 

CHALLENGE BASED LEARNING IN HET MBO

Dragen challenges en design thinking bij aan de ontwikkeling van mbo-studenten?

Niek van den Berg (Lector, Aeres Hogeschool) beantwoordde deze vraag in de Kennisrotonde als volgt:

“Challenges en design thinking zijn relatief nieuwe manieren om onderzoekend en ontwerpend te leren. Veronderstelde effecten ervan hebben betrekking op diverse soorten kennis en vaardigheden, maar omdat er nog maar weinig effectonderzoek beschikbaar is, is niet goed te zeggen of mbo-studenten er daadwerkelijk baat bij hebben, vergeleken met andere aanpakken.
Wat betreft onderzoekend leren meer in het algemeen, is het belangrijk dat docenten goed rekening houden met kenmerken van studenten en bijvoorbeeld waar nodig directe instructie inzetten in de context van onderzoekend leren.”


Docent

Challenge based onderwijs vraagt om specifieke begeleidingsvaardigheden van docenten. De docenten fungeren als coach en facilitator van het leerproces. Ze ondersteunen studenten met kennis en advies en begeleiden het groepsproces. Tegelijktijdig moeten zij zich ervan weerhouden oplossingen aan te dragen. De docent moet in staat zijn om in te spelen op de ondersteuningsbehoeften van de verschillende studenten.


Praktijk

Directe verbinding met de praktijk is nodig om real life challenges te identificeren en met elkaar aan deze challenges te werken. Deze nauwe samenwerking tussen onderwijs en praktijk verbetert de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en versterkt de verbinding tussen onderwijs en de maatschappelijke omgeving. Studenten doen ervaring op in het samenwerken met verschillende stakeholders en leren te kijken vanuit verschillende perspectieven.
CBL kenmerkt zich door het open-einde karakter. Alle stakeholders moeten zich hiervan bewust zijn. De collectieve leerervaring en het proces zijn belangrijker dan de uiteindelijke oplossing. Het creëert ook ruimte voor “mislukkingen”. Dit geeft studenten de mogelijkheid om in een veilige omgeving te leren om te leren van fouten. CBL is fundamenteel iets anders dan een opdracht uit de praktijk waarbij er vooraf een idee is over wat het eindproduct zou moeten zijn.


Motivatie

De motivatie van studenten om deel te nemen aan de challenge is cruciaal voor een succesvol verloop van CBL. Challenge based onderwijs brengt onzekerheid met zich mee. Studenten moeten zelfstandig zoeken naar oplossingen zonder een vaststaand kader. De motivatie hangt onder andere samen met de behoefte om sociale impact te maken. Studenten zijn vaak gemotiveerder wanneer het onderwerp aansluit bij hun interesses en belevingswereld. Tegelijktijdig ervaren we in onze eigen praktijk dat een voor studenten onbekend onderwerp juist ook voor nieuwe perspectieven kan zorgen.


Beoordelen

Als je CBL in het curriculum plaatst moet er ook een bepaalde mate van beoordelen plaatsvinden. Het beoordelen van een open leerproces kan een uitdaging zijn. Er zijn vooraf geen vastgestelde uitkomsten en er wordt van tevoren niet afgesproken wat voor product er moet worden opgeleverd.
Zowel de opleidingen Beroepshavo als Urban Sport Trainer hebben manieren bedacht hiermee om te gaan. Bij de Beroepshavo wordt gewerkt met een ontwikkelkompas. Hierin staat welk gedrag er hoort bij een bepaald deelaspect, zoals ‘presenteren’ of ‘probleem oplossen’. Wat het niveau van een student is op een deelaspect, hangt af van het gedrag dat diegene laat zien. Wanneer de student heeft aangetoond dat er op alle deelaspecten een voldoende niveau is bereikt, is diegene diplomawaardig.
Bij Urban Sport Trainer houden studenten hun voortgang bij met een sterrensysteem. De challenges zijn gekoppeld aan kerntaken. Per kerntaak is uitgeschreven wat studenten moeten kunnen om zich te ontwikkelen op verschillende niveaus. Wanneer je als student aantoont dat je een kerntaak op 4 sterren beheerst, dan behaal je op die kerntaak je diploma.

Wil je hier meer over weten? We gingen met studenten van deze opleidingen in gesprek om over hun ervaringen te leren.

Het innovatieproces

In het proces van (sociale) innovatie zijn vijf fases te onderscheiden:[3]
Prompts: De noodzaak tot sociale innovatie wordt zichtbaar doordat een bepaald vraagstuk zich manifesteert of toeneemt.
Proposals: Men ontwikkelt ideeën om het vraagstuk aan te pakken.
Prototyping: Ideeën worden getest in de praktijk.
Sustaining: Het idee verwordt tot een dagelijkse praktijk.
Scaling: De sociale innovatie groeit en verspreidt zich.
Een groot deel van de innovaties binnen onze onderwijsorganisatie bevindt zich in de eerste drie fases. Het verduurzamen opschalen van innovaties is complex, maar essentieel om de impact van een experiment te vergroten.

De Beroepshavo is een voorbeeld van een innovatie die zich in de laatste fase bevindt. Op meerdere plekken wordt nu de opleiding aangeboden.  

"De concepten die de studenten van SFTF '24 hebben ontwikkeld zijn zeer waardevol voor de verdere ontwikkeling op het thema Duurzaamheid binnen onze organisatie. Sail for the Future is een reis die ik iedereen kan aanraden dus stap aan boord!" - Jantine Hendriks, Kwartiermaker Marineterrein ROC van Amsterdam-Flevoland


In O'Lab werken studenten van het ROCvA-F aan challenges uit de stad Amsterdam. Op dit moment vooral in co-creatiesessies in dagdelen. Ook wordt er onderzocht hoe CBL als uitgebreid projectonderwijs verder ontwikkeld kan worden in samenwerking met andere kennisinstellingen zoals AMS Institute, AHK en Inholland. 

Waar komt Challenge Based Learning vandaan? 

Het Challenge Based Learning raamwerk is ontstaan uit het “Apple Classrooms of Tomorrow—Today” (ACOT2) project, dat in 2008 door Apple, Inc. werd geïnitieerd om de essentiële ontwerpprincipes van een leeromgeving voor de 21e eeuw te identificeren. De ontwerpprincipes uit dit raamwerk worden in het kunstvakonderwijs al langer toegepast. Het is leerzaam om ook naar deze context te kijken wanneer er gezocht wordt naar werkende mechanismen in deze manier van leren. Het open einde leren en het nemen van eigen verantwoordelijkheid speelt hierin een prominente rol. 

Het verduurzamen en opschalen van onderwijsinnovatie binnen het ROCvA-F


“De denkwijze rond experimenteren is vaak als volgt: als een experiment lukt, dan heb je iets moois en innovatiefs te pakken. Die innovatie kan vervolgens worden opgeschaald en uitgerold, bijvoorbeeld door deze op zoveel mogelijk plekken te kopiëren of door beleid en wetgeving erop aan te passen, zodat iedereen ervan kan profiteren. In de praktijk is het zelden zo simpel.”

- Suzanne Potjer, overheidsvernieuwer. [1]

Onderwijsinnovatie?

De snelle veranderingen in de wereld, maatschappij en beroepspraktijk maken onderwijsinnovatie onmisbaar. Verschuivingen op gebieden als digitalisering, technologie, flexibilisering en socialisatie vragen om aanpassingen van het onderwijs. Binnen het ROC van Amsterdam en Flevoland zijn er dan ook tal van initiatieven die hierop inspelen. Toch lijkt het alsof de vragen die op ons afkomen ons steeds lijken te overvallen en er een visie en werkwijze mist om hier goed mee om te gaan. In deze themabrief gaan we in op de noodzaak van een heldere visie en een consistente aanpak om beter voorbereid te zijn op veranderingen. We belichten concrete stappen en strategische keuzes die bijdragen aan een toekomstgericht onderwijs en bespreken initiatieven binnen het ROCvA-F.

Onderwijsinnovatie gaat verder dan alleen verbetering

Termen als innovatie, verbetering, vernieuwing, verandering en ontwikkeling worden vaak door elkaar gebruikt maar betekenen niet hetzelfde. Er is een onderscheid tussen onderwijsverbetering (enkele lus) waarbij een praktische oplossing ingevoerd wordt om bestaande doelen te bereiken terwijl onderwijsinnovatie de bestaande praktijken ter discussie stelt en vanuit reflectie en onderzoek nieuwe doelstellingen formuleert (dubbele lus). [2]


In de enkele lus wordt het bestaande verbetert door te kijken wat en hoe er geleerd wordt. In de dubbele lus wordt er ook gekeken naar waarom iets geleerd wordt. Het fundament van het onderwijs wordt bevraagd en wanneer nodig aangepast. Chris Agris omschrijft dit concept in zijn boek Teaching Smart People How To Learn

Thema:
Toekomstgericht onderwijs